Op weg naar een divers bos
Natuurmonumenten brengt meer afwisseling in de bossen van de Ossendrechtse Duinen. Waar nu nog een bos met vrijwel alleen dennen staat, wordt ruimte gemaakt voor oorspronkelijke bomen en planten. Zo ontstaat een gevarieerd en open bos dat voor veel meer dieren interessant is.
Momenteel zijn de werkzaamheden gestart om meer structuur en licht in het bos te krijgen. We halen bomen en struiken weg die hier van nature niet thuis horen. Soorten als de Amerikaanse vogelkers en rhododendron verstikken oorspronkelijke planten met hun taaie naalden en bladeren en dichte bladerdak. Het weghalen vergt een grondige aanpak. De Amerikaanse vogelkers en rhododendron moeten met de gehele wortel uit de grond, anders komen ze zelfs met meer terug!
Landgoedbossen
Veel van de heidegronden in de omgeving van Ossendrecht zijn zo’n 150 tot 100 jaar geleden aangekocht door particuliere landgoedeigenaren. Zij plantten op grote schaal Grove den en Corsicaanse den aan. Deze bomen deden het goed op de arme zandgronden en groeiden recht en snel; ideaal voor de houtverkoop. Maar die dennen zorgen er nu voor dat oorspronkelijke soorten bijna niet in het bos voorkomen. Er is weinig kans op spontane groei omdat zonlicht niet eens de bodem kan bereiken.
Strijd om het licht
Om die strijd om het licht voor oorspronkelijke soorten te vergemakkelijken, gaan we een aantal dennenbomen her en der uit het bos wegzagen. Zo ontstaat meer licht op de bodem en kan regenwater de bodem beter bereiken. Oorspronkelijke bomen en planten als lijsterbes, berk, sporkehout en bosbessen hebben dan de kans om te groeien. Met de komst van die soorten, wordt het bos gelijk interessant voor meer dieren.
Daarnaast laat Natuurmonumenten de afgezaagde takken en toppen van de bomen in het bos achter. Ook maken we ‘dood’ hout; we zagen aan de onderkant van een aantal dennenbomen een ring in de stam. Want een gezond bos heeft ook volop dode bomen waar mossen en paddenstoelen groeien, allerlei insecten in kruipen en vogels weer van eten.
