Grazende schapen op de Brabantse Wal
Op de Brabantse Wal kun je in deze periode de kudde Kempische Heideschapen zien. De schapen grazen op heidevelden waar ze de woekerende planten weg eten. Hierdoor krijgt de heide ruimte om te groeien. Op deze manier blijft de heide intact.

De kuddes verhuizen steeds naar een ander gebied, onder toeziend oog van de herder en zijn hond. Daar gaat een hele planning aan vooraf, waarbij Natuurmonumenten aangeeft waar de herder rekening mee moet houden. Denk bijvoorbeeld aan hoe groot de kudde mag zijn en hoe lang de schapen er mogen grazen. Dit heeft alles te maken met bedreigde planten- en diersoorten die in het gebied zitten. Door een goede afstemming blijven deze ook tijdens de begrazing beschermd.
Brabantse Wal
Het Natura 2000-gebied de Brabantse Wal wordt gekenmerkt door een grote variatie aan landschappen. De natuur bestaat hier uit stuifzanden, naald- en gemengde bossen, vennen en droge en vochtige heide. Een gezonde en leefbare heide is voor vele soorten van groot belang. De schapen eten bijvoorbeeld de door stikstof gevoede grassoort pijpenstro op. Ideaal, want deze woekerende plant is zeer brandbaar en daarom een risico voor natuurbranden. Bovendien verdwijnt met de dominantie van pijpenstro ook de broedplekjes voor de beschermde nachtzwaluw en de gladde slang.