Vanaf dit punt loop je langs het historische vloeiweidensysteem uit de 19e eeuw, die door Natuurmonumenten in ere zijn hersteld. Het hooi dat hiervan het veld kwam, ging naar defensie, dat in die tijd nog veel paarden voor de cavalerie had! Het Maaswater van kilometers verderop wordt via een kanaal het gebied ingeleid. Dit kalkrijke Maaswater zorgt er voor dat er zeer kruidenrijke hooilanden ontstaan. Hierdoor kunnen we genieten van zeldzame bloemen, zoals herfsttijloos en de brede orchis. De herfsttijloos heeft veel weg van een krokus. Het meest bijzondere verschil is dat deze zeldzame plant in de herfst bloeit! Het woordje 'loos' in de naam slaat op het feit dat de plant geen bladeren heeft bij de bloei. De bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar tevoorschijn. De herfsttijloos is in Nederland een zeldzame verschijning. Het in stand houden van de vloeiweiden is een arbeidsintensief werk, maar vanwege de unieke cultuurhistorie en natuur die hier voorkomt hebben we dat als Natuurmonumenten er graag voor over!
2. Welkom in België
Je steekt hier ongemerkt de landsgrens met België over. De oude weg loopt hier iets omhoog en je komt dan uit op de Hoge Brug. Deze brug was zo hoog, zodat de hoog beladen trekschuiten onder de brug door het hooi konden afvoeren. Via een 3 km lang kanaal en een sluisje werd het hooi verder vervoerd. Rond 1850 was heel veel hooi nodig, want het vervoer ging nog per paard. Daarnaast lagen er vanwege de bescherming van België, dat pas 20 jaar onafhankelijk was (1830), veel kazernes in de grensstreek. Ze vertrouwden destijds 'den Hollanders' niet. Die kazernes kenden veel cavalerie en dus daar was ook veel hooi nodig.
3. Grote grazers
Je kunt hier even van het pad afwijken en het gebied in lopen. De bedrading die je ziet is om de grazers, de Galloways, binnen het gebied te houden. De Galloway-runderen zijn trouwe 'medewerkers' van Natuurmonumenten. Zij worden hier ingezet voor het beheer van het natuurgebied. Met hun gegraas heeft dit runderras veel invloed op het gebied. De dieren houden het landschap open en zorgen ervoor dat het vennengebied niet dichtgroeit. Links zie je midden op het veld een hekwerk staan, dit is een vangkraal. Wanneer de runderen gecontroleerd worden op hun gezondheid, worden ze hierin gedreven. Via een lange rechte, maar beslist niet saaie weg met aan de rechter zijde een oude houtwal vervolg je de route.
