De lepelaars doen het goed (Blog 5)
De lepelaars die op Griend broeden doen het goed. De kolonie groeit gestaag en er worden met succes jongen grootgebracht.

Een lepelaarkolonie op Griend
In 2009 wordt het eerste broedgeval van de lepelaar op Griend vastgesteld. Daarna groeit de kolonie gestaag. Tien jaar later worden al 60 paren geteld en dit jaar zijn er minimaal 68 nesten. Lepelaars eten garnalen en andere dieren die in ondiep water op het wad te vinden zijn. Hun lepelvormige bek werkt als een schepnet; tijdens het voedsel zoeken zwaaien ze die voortdurend heen en weer.
Op Griend wordt de lepelaarkolonie iedere twee weken kort bezocht om de nesten te tellen en te kijken of er al jongen zijn. De gegevens worden doorgestuurd naar medewerkers van de Werkgroep Lepelaar die al tientallen jaren onderzoek doet aan deze prachtige vogelsoort. Op 19 mei komen medewerkers van de werkgroep naar het eiland om een volwassen lepelaar te vangen en die van een zender te voorzien. Hiermee kan nauwkeurig worden nagegaan waar de betreffende vogel zijn voedsel zoekt. De vogel krijgt de toepasselijke naam Stern. Tijdens waarnemingen in de kolonie wordt tevens ontdekt dat lepelaar Lily, die eerder op Terschelling een zender kreeg, naar Griend verhuisd is. Inmiddels hebben beide vogels al laten zien dat ze grote afstanden afleggen tijdens het zoeken naar voedsel. Hun bewegingen zijn hier te volgen.

Ringen en zenderen
Op 12 juni komen medewerkers van de Werkgroep Lepelaar nogmaals naar het eiland, nu om jonge vogels van een ring te voorzien. Sommige vogels krijgen eveneens een zender. In totaal ondergaan 21 vogels deze behandeling. Wanneer ze even later worden losgelaten zien we dat ze vrijwel onmiddellijk met de wachtende ouders herenigd worden. Het ringonderzoek is niet alleen van groot belang om de individuele fourageergebieden te weten te komen, maar ook om de trekweg van deze vogels in kaart te brengen. Jaarlijks vliegen ze naar Afrika om daar de winter door te brengen. Ze maken daarbij gebruik van een betrekkelijk gering aantal gebieden als tussenstop. Die moeten uiteraard zo goed mogelijk beschermd worden.

Onverwachte bezoekers
Inmiddels zouden we bijna vergeten te melden dat de vogelwachters voortdurend nieuwe soorten waarnemen. Zo komen een blauwe reiger en een ooievaar op bezoek. In beide gevallen ontstaat er grote paniek onder de broedende meeuwen, die goed schijnen te weten dat deze soorten een gevarieerd menu hebben en mogelijk interesse hebben in een meeuwenkuiken. Maar beide vogels kiezen al snel van het eiland, afgeschrikt door zoveel meeuwengekrijs.
Verder zit er al wekenlang een grasmus te zingen in de enige boom die Griend rijk is en zingt er een kleine karekiet naast het vogelwachtershuis. Beide vogels lijken te wachten op een partner, die helaas nog niet is komen opdagen.
Tekst: Jan Veen, vogelwachter op Griend