Eerder maaien voor meer kleur en leven in het grasland
“Als het gras twee kontjes hoog is ….” In de 29 natuurgebieden van Natuurmonumenten in de Achterhoek hebben flink wat hectares de titel kruiden- en faunarijk grasland. Soms zijn ze verpacht aan een boer, soms beheert Natuurmonumenten ze zelf. Sinds dit jaar gaat Natuurmonumenten bepaalde stukken bewust eerder maaien. Waarom?
Maaien tegen witbol
De meeste graslanden van natuurorganisaties krijgen na 15 juni hun eerste maaibeurt. Om de natuur in het broedseizoen de rust te gunnen. Dit jaar gaan we op landgoed ’t Waliën, Hackfort, Grote Veld (Onderlaatse Laak) al eerder maaien en wel de komende weken. De reden daarvan is dat we de grassoort witbol onder de duim willen krijgen. Dit is een stevig soort gras die een dichte zode vormt en andere planten soorten verdringt.
Maaien met de vingerbalk
Vanaf dit jaar gaat Natuurmonumenten op veel percelen samenwerken met Agrec Zelle Beheer uit Hengelo (GLD). Eigenaar Adriaan van Dorth tot Medler: “Wij werken met kleine tractoren. Die zijn zeker vijf keer lichter dan een rupstrekker met klepelmaaier. Daardoor gebruiken we aanzienlijk minder brandstof en is de druk op de bodem veel minder. Dat is dus veel beter voor het bodemleven en milieu. Ook laten we het maaisel een dag liggen. Dus insecten hebben tot wel 96 % meer overlevingskans, dan als het maaisel wordt opgezogen. De speciale vingerbalk, een soort heggenschaar, maait bovendien over amfibieën heen.”
Gefaseerd en gecontroleerd maaien
Harm Peter de Vries, coördinator Natuurbeheer in de Graafschap vertelt: “Bij het maaibeheer houden we natuurlijk scherp rekening met de natuur. We maaien gefaseerd, dus er blijven altijd stroken gras staan voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. En voordat we überhaupt aan de slag gaan moeten weten of er geen vogels, hazen of jonge reeën verscholen zitten in het hoge gras. De meest effectieve manier daarvoor is om het weiland te controleren met een natuurdrone en warmtesensor. Dit jaar gaan we die in meerdere gebieden inzetten.” Het maaisel gaat naar lokale boeren waar we mee samenwerken. Zoals bijvoorbeeld naar de Burgerboerderij de Patrijs in Laren. De boeren gebruiken het maaisel als veevoer of op akkers om het organische stofgehalte in de bodem te verbeteren. Ondertussen worden de natuurgraslanden steeds bloemrijker en levendiger.