Oeverzwaluwwand Skrok na dip weer succesvol
In het voorjaar van 2019 is een nestwand voor oeverzwaluwen aangelegd aan de plas op Skrok. Het weidevogelgebied Skrok bevat bloemrijke graslanden, natte greppels en een flinke plas. De perfecte insectenrijke omgeving voor de oeverzwaluw. Maar hoe effectief is de nestwand nou eigenlijk?

De oeverzwaluw is de kleinste van de zwaluwen, en vliegt begin april vanuit Afrika ons land binnen om te broeden. Het broedgebied van de oeverzwaluw moet beschikken over een steile oeverwand en veel insecten. Om te voorkomen dat de zwaluw in rivieroevers, afgravingen en in zanddepots van bouwprojecten een gang voor zijn nest gaat graven, worden er steeds vaker kunstmatige oeverzwaluwwanden geplaats waarin de vogels ongestoord kunnen broeden.
Onderhoud
De oeverzwaluwwand op Skrok is aangelegd en wordt beheerd in samenwerking met de vogelwachten Wommels en Easterein. Natuurmonumenten maait ieder jaar de vegetatie rond de wand zodat deze niet overgroeid raakt. De wand bestaat uit betonnen platen met gaten, die ieder voorjaar vóór het broedseizoen door vrijwilligers van de vogelwacht weer opnieuw worden gevuld met leemachtig zand. De zwaluwen graven hier zelf nestholen in. Door deze vlakke wand aan het water kunnen predatoren, zoals vossen, katten en marters, vrijwel niet de nesten bereiken.
Monitoring
Ieder jaar worden er door een vrijwilliger tellingen gedaan om de nestresultaten te monitoren. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid gaten waarin actieve nesten zijn gemaakt. De resultaten van de afgelopen jaren zijn niet stabiel geweest. Gelijk het eerste jaar van constructie bleek de wand goed te werken, met een nestresultaat van 56. In 2020 steeg dit aantal licht, waarna er in 2021 een abrupte daling in nesten plaatsvond die niet direct te verklaren is. Mogelijk heeft dit te maken met predatie of de komst van andere nieuwe zwaluwwanden, zoals die in Lytsewierrum. Oeverzwaluwkolonies zijn niet sterk plaatstrouw, en kunnen dus in grote getalen opeens op een andere locatie gaan broeden.

Daarnaast is het landelijke nestsucces van de oeverzwaluw in 2021 ook laag geweest. Een mogelijke verklaring zijn de erg lang aanhoudende lage temperaturen in dat voorjaar, de periode van het jaar wanneer de oeverzwaluw Europa binnen vliegt om een broedplaats te vinden. Nederland was misschien simpelweg nog te koud om te broeden.
Gelukkig nemen de nestresultaten de laatste jaren weer toe, waarbij er vorig jaar weer dezelfde aantallen zijn behaald als in 2020. Ook dit jaar zijn er volop jonge oeverzwaluwen. Momenteel zijn er 63 bezette gaten met ieder gemiddeld 3 kuikens.
Live natuur
In 2021 is er een camera geleverd door Stichting NestkastLIVE en door vrijwilligers van de werkgroep Vogelwacht Wommels geplaatst in een van de nestkasten van de oeverzwaluwwand. Via deze live beelden kan iedereen zien hoe oeverzwaluwen hun nest bouwen, broeden en hun jongen groot brengen. Dit jaar (2025) is er echter geen oeverzwaluw te bewonderen, maar wel een mierenkolonie die graag gebruik maakt van deze kraakwoning. De hele dag is te volgen hoe de mieren hun poppen verzorgen en verplaatsen. Het is in dit geval geen vogelnestje, maar nog steeds een mooie kraamkamer van de natuur.
