Bijna 100% zeegras bij Griend
Een doorbraak. Bij het eiland Griend groeien deze zomer mini-zeegrasvelden. Samen met onderzoekers experimenteert Natuurmonumenten hier met zeegrasherstel. Na jaren van onderzoek krijgt het team nu grip op de restauratie. Laura Govers, onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), is superblij. “Het lijkt erop dat we weten hoe we een nieuw zeegrasveld kunnen realiseren”, zegt ze enthousiast. Vochtigheid blijkt een cruciale succesfactor.
Proces onder de knie
Een ongewoon tafereel in de huidige Waddenzee: kleine wuivende zeegrasvelden, vol groot zeegras. Zo’n vijftig planten per vierkante meter, telde Govers in een aantal proefvlakken. “Bijna 100 procent bedekking, meer dan in een natuurlijk zeegrasveld”, legt ze uit. De velden ontstonden verre van natuurlijk. De zaden kwamen uit de Duitse Waddenzee, overwinterden in een Groningse koeling en zijn afgelopen maart met verbouwde kitspuiten gezaaid. Het uitdokteren van het procedé vergde vele jaren van innoveren en leren van tegenslagen. Govers bleef gedreven. Heel hoopgevend, noemt ze het resultaat. “We zetten nu grote stappen. In 2015 hadden we 0,01 plant per vierkante meter. Nu vijftig, dus vijfduizend keer zoveel. Het lijkt erop dat we de methode onder de knie krijgen.” Zeegras hoort thuis in de Waddenzee, benadrukt ze, maar is in het Nederlandse deel nagenoeg verdwenen. In de Duitse en Deense Waddenzee groeit het wel.
Zeegrasmatten
Het team testte dit seizoen het effect van zelfgemaakte zeegrasmatten. De matten – afgelopen voorjaar door vrijwilligers van Natuurmonumenten geknoopt – moesten het landschap met klein zeegras nabootsen. “Je hebt twee soorten: klein en groot zeegras”, legt Max Gräfnings van de Rijksuniversiteit Groningen uit. “Op het Duitse wad groeien beide soorten vaak gemengd. We denken dat klein zeegras groot zeegras faciliteert, onder meer door water vast te houden.” Dat uitdroging funest kan zijn, bleek in de zomer van 2018. Ook toen floreerde groot zeegras bij Griend, maar werd de extreme hitte de planten uiteindelijk fataal.
Donuts met poelen
De zeegrasmatten moesten deze zomer vochtigheid en verkoeling brengen. Gräfnings: “Van de matten hebben we op het wad een soort donuts gemaakt: rondom zeegrasmatten met in het midden een gat, een poel. In zo’n poel zaaiden we het zeegraszaad.” De natuurlijke situatie nabootsen met zeegrasmatten bleek goed te werken. Afgelopen augustus zagen de planten in de donuts er stralend uit. Volgend jaar willen de onderzoekers geen nepzeegras, maar echt klein zeegras inzetten. Govers: “Voor het eerst hebben we zaden van klein zeegras verzameld en gezaaid. Het klein zeegras is succesvol opgekomen. Volgende keer willen we beiden soorten gemengd zaaien.”
Continu vochtig
Ondertussen kwamen met name de controle-proefvlakken tot ongekende bloei. Govers: “We hadden precies de goede plek te pakken. De controlevlakken bleven lange tijd continu vochtig, omdat ze in een afwateringsgeul lagen met stromend water. Omdat zeegras zand invangt, kwamen de planten later in het seizoen hoger te liggen. Hierdoor kregen ze alsnog last verdroging. Zeegrasherstel blijft uitermate complex. Volgend jaar zaaien we op dezelfde locatie een nieuw proefvlak in. Met groot én klein zeegras. Hopelijk lukt het dan om een zeegrasveld een kickstart te geven. We verwachten dat een duurzaam zeegrasveld een nog veel groter proefveld zal vereisen.”
Tekst: Addo van der Eijk
Headerfoto: Succesvol proefveld met groot zeegras bij Griend © Laura Govers