Ga direct naar inhoud
Nieuws

​​​​​​​Opruimactie proef biologisch afbreekbare kunstriffen bij Griend

31 augustus 2020 | Marjolein Koek

Eind augustus zijn bij Griend de kunstriffen opgeruimd die drie en een half jaar geleden door onderzoekers op het wad zijn geplaatst. Deze kunstriffen van biologisch afbreekbaar plastic waren onderdeel van een experiment waarbij de samenhang tussen mosselbanken, zeegrasvelden en het eiland in kaart zijn gebracht.

kunstriffen

Daarvoor is 400meter kunstrif aangelegd en meer dan 600 m2 zeegras gezaaid. Na meer dan 10 winterstormen, pakken kruiend ijs, duizenden opgemeten mosseltjes en honderden geanalyseerde bodemmonsters is het experiment afgelopen. De kunstriffen bleken meerdere ecologische functies te kunnen vervullen: ze vingen mosselzaad in, dempten lokaal golven en verrijkten plaatselijk het voedselweb. Het gezaaide zeegras spoelde er helaas weg.

Kunstrif

Mosselbanken zijn hotspots van biodiversiteit. Ze trekken niet alleen veel vogels die zich tegoed doen aan mossels, maar bieden ook een schuilplaats aan tal van soorten en verhogen de lokale biodiversiteit met ongeveer 40%. In het voorjaar van 2017 bouwde een multidisciplinair team van onderzoekers aan een grootschalig experiment op het wad ten zuiden van het Waddeneiland Griend. Midden in de Waddenzee, tussen Harlingen en Terschelling, werd een kunstrif aangelegd dat zich uitstrekte over bijna 700 m wad. Biologisch afbreekbare ‘mosselkratjes’ op basis van aardappelzetmeel vormden de basis. De kunstriffen bij Griend bleken echter niet helemaal op dezelfde manier te functioneren als natuurlijke mosselbanken. Er werden niet meer verschillende soorten aangetroffen dan in de rifloze controlevlakken. Onderzoeker Janne Nauta: “De kratjes zorgden dus niet voor verhoging van de biodiversiteit. Opmerkelijk genoeg nam de biomassa van een aantal soorten wél toe in de structuren. Niet alleen mossels, maar ook kleine strandkrabben troffen we in groten getale aan”. Dit is mogelijk ook een van de redenen waarom een aantal vogelsoorten zoals steenlopers en grote meeuwen werden aangetrokken door de structuren.

Dynamiek

De biologisch afbreekbare structuren, ook wel BESE genoemd (Biodegradable Elements for Starting Ecosystems), hadden al eerder op Ameland hun nut bewezen voor de vestiging en overleving van mossellarven. Gelukkig vestigden zich ook op Griend mossels op de structuren. Onderzoeker Ralph Temmink van de Radboud Universiteit vertelt: “Gemiddeld vestigde zich ongeveer 1 kg droog mosselzaad per vierkante meter kratje. Over de hele riflengte betekende dat een potentiële impuls van bijna 20 miljoen jonge mosseltjes. In de praktijk zal het gerealiseerde aantal iets lager zijn geweest. De structuur van de kratjes bleek niet helemaal bestand tegen weer en wind. Gemiddeld ging 25% van de lagen waaruit de kratjes bestaan verloren en zandde tot 40% van de kratjes in. Als gevolg daarvan bleef er in sommige kratjes weinig ruimte meer over voor mossels. De locatie bleek te dynamisch voor mosselbankherstel. Omdat alle benodigde metingen zijn verricht en de huidige riffen zich niet verder zullen ontwikkelen tot mosselbanken, worden ze opgeruimd, afgevoerd en gerecycled.

Zeegras

Voor zeegras bleek de locatie dus ook te dynamisch, ondanks dat modellen deze locatie als kansrijk hadden aangemerkt. Een onverwachte voorjaarsstorm nam het zeegraszaad dat in 2017 achter de riffen was geplant mee. Kustbeschermingsonderzoeker Beatriz Marin-Diaz: “Golfmetingen lieten zien dat de golfdempende werking van de kratjes minimaal is. Alleen bij lage waterstanden bieden ze bescherming binnen beperkte afstand van de kratjes”. Gelukkig leidde dit verlies tot vernieuwde inzichten en werd in 2018 succesvol zeegras geplant ‘achter’ Griend. Nu boden niet kratjes, maar het massieve eiland luwte, en kon het groot zeegras groeien en bloeien. Inmiddels lijkt zich een groot zeegrasveld van behoorlijke afmetingen in de luwte van het eiland te vestigen. Zo blijkt de schaal een relatief begrip dat in herstelexperimenten niet altijd volledig tot zijn recht kan komen.

Erosie en aangroei

De proef is onderdeel van het onderzoeksproject Griend dat wordt getrokken door beheerder Natuurmonumenten. In 2016 werd Griend grootschalig verstevigd met onder andere 200.000 kuub zand. Met het plaatsen van de kunstriffen wilde Natuurmonumenten onderzoeken of het effect van de riffen: golfdemping en verhogen van de productie van de wadplaat, belangrijk zou zijn voor het functioneren van Griend. Griend wandelde van nature met ongeveer 7 meter per jaar. Het effect van de riffen bleek zich echter niet tot het eiland, 1.5 km verderop, te strekken en het gehoopte effect van een zeegrasvloedmerk bleef uit. Het eiland erodeerde in de eerste 3 jaar (2016-2019) ongeveer 60 meter aan de Noordkant van de zandsuppletie, maar groeide juist met 20 meter aan de luwe zuidkant. Hoofdonderzoeker Govers: “Deze erosie vond verrassend genoeg niet plaats in de winter tijdens stormen, maar vooral in de zomer. Door het gebrek aan begroeiing waaide een deel van het gesuppleerde zand weg. Inmiddels houdt de weelderige vegetatie het zand vast en is de erosie van de gesuppleerde westkant gestabiliseerd. Al moet nog blijken wat de meest recente, ongewone zuiderstormen het eiland hebben gebracht.”

Opschaling vraagt om teamwork

Niet alleen de praktijkschaal waarop deze proef is uitgevoerd, maar ook de verbinding tussen de betrokken partijen maakt deze proef tot een succes. Naast onderzoekers van Rijksuniversiteit Groningen (RUG), NIOZ en Radboud Universiteit (RU), samen met The Fieldwork Company en Bureau Waardenburg hielpen namelijk talloze vrijwilligers én studenten van de RUG, RU, WUR en Van Hall mee aan de proef. In totaal zijn bijna 50 mensen betrokken geweest bij deze proef en werden er 10 expedities naar Griend georganiseerd met het bruine vlootschip de Ambulant. Hierdoor konden er tal van metingen worden uitgevoerd op en aan de kratjes en hun directe invloedssfeer.

 

Meer over het onderzoek op Griend

Dit Griendonderzoek is gefinancierd door: Waddenfonds, OBN, NWO TTW Bridging Thresholds en NWO TTW Allrisk.

 

Marjolein Koek
Marjolein Koek

Persvoorlichter