Onderzoek naar de bodem van de Turfvaartse Landgoederen
Tussen alle regenbuien door proberen onze boswachters ecologie Martin Mos en Kelly Wijs zoveel mogelijk bodemmonsters te nemen voor onderzoek. Met een grondboor verzamelen ze in speciale vakken een beetje aarde.
Deze vakken, zogenoemde ‘PQ’S’, zijn vaste proefvlakken waar Natuurmonumenten over een langere periode de effecten van (herstel)maatregelen kan meten. In 1995 zijn al vegetatiemonsters genomen, nu is het tijd voor een nieuwe ronde waar ook de grond wordt bekeken. “We kijken in de monsters ook naar de verzuring van de grond, hoe het zit met de voedingsstoffen en of er zware metalen in de grond zitten”, legt Kelly uit.
West-Brabant werkt voor de analyse samen met B-WARE in Nijmegen. Dit onderzoekscentrum is opgericht vanuit de Radboud Universiteit Nijmegen. “De bodemmonsters moeten nog even bewaard worden in de koelkast van ons kantoor. Als we alles compleet hebben, gaan ze naar Nijmegen”.
De uitkomsten van het onderzoek zijn belangrijk voor het beheer van het gebied. “We kunnen de gegevens gebruiken in de evaluatie op ons beheer. Wat gebeurt of verandert er precies in de bodem? Wat zien we qua vegetatie? Door deze informatie op lange termijn te verzamelen, is er een schat aan informatie beschikbaar”. Naar verwachting is het verslag volgend jaar afgerond.
