Kuddebeheer in het Kempen~Broek
In de natuurgebieden van het Kempen~Broek zet Natuurmonumenten grote grazers in als hulp bij het natuurbeheer. Natuurmonumenten doet dit niet alleen. Voor het kuddebeheer is Stichting Taurus ingeschakeld. Met hun expertise kennen ze de kuddes als geen ander. We gaan op pad met kuddebeheerder Vince Verpoort.
Slordige grazers
De Schotse hooglanders, taurossen en Exmoorpony’s bepalen met hun graasgedrag hoe de natuur eruit komt te zien en zorgen samen voor een gevarieerd landschap, waar allerlei planten en dieren zich thuis voelen. Er is voor de combinatie van runderen en pony’s gekozen omdat ze ieder een ander eetpatroon hebben. Vince Verpoort vertelt: “Runderen zijn slordige grazers. Zij eten het liefst grote graspollen ineens. Pas zodra het gras kort is, komen de pony’s. Dat zijn de fijnproevers die vervolgens de boel echt goed kortwieken. Grote graspollen laten zij juist ongemoeid. De pony’s zijn daarnaast gek op plantenwortels, maar daar komen ze zelf niet aan. De runderen maken echter stierenkuilen, waarvan de pony’s dus opnieuw kunnen profiteren.”
In de kijker
Vanuit de terreinwagen observeert Vince de kuddes. Wekelijks houdt hij de dieren in de gaten, vol liefde voor de dieren, alsof het zijn eigen kinderen zijn. Het is duidelijk dat de dieren hem (her)kennen. “Vanwege de auto, maar ook de geluiden die ik maak”, grapt Vince. Feit is dat de Exmoorpony’s zich in alle rust laten bekijken en ontspannen zijn. Daarna zijn de taurossen aan de beurt. Als extra lokkertje heeft Vince wat hooi bij zich. De kudde van de Loozerheide bestaat inmiddels uit meer dan veertig dieren, inclusief de nodige kalfjes. Om de kudde goed te overzien, klimt Vince op het dak van zijn terreinwagen. Met een notitieblok op schoot en een verrekijker in de hand, bekijkt hij ieder rund. “Ik let in eerste instantie op het sociale gedrag binnen de kudde. Als dieren zich wat afzonderen kan dat duiden op een probleem.” Even onderbreekt Vince zijn verhaal: “Kijk, bij die koe is nu een kalf aan het drinken. Dat vraagt heel wat van de moeder. Zij zal de komende periode dus wat vermageren, maar dat is heel normaal. Zeker wanneer je ook weet wat daarvan de oorzaak is.” Vince pakt zijn verhaal weer op: “Daarnaast let ik op het uiterlijk van de dieren en hoe zij zich bewegen. Mank lopen en een openhangende bek zijn eveneens tekenen dat er wat aan de hand is. We grijpen overigens niet meteen in. Taurossen zijn dieren die zich in de meeste gevallen uitstekend zelf kunnen redden en herstellen. Mocht het toch de verkeerde kant opgaan, dan grijpen we binnen enkele dagen in. Afhankelijk van het probleem laten we een dier dan inslapen (om het uit zijn lijden te verlossen) of verplaatsen we het dier naar de weide bij ons kantoor, zodat we het dier beter in de gaten kunnen houden en kunnen voorzien van extra zorg.”
Hulp van vrijwilligers
Vince wordt bij het toezicht geholpen door diverse vaste vrijwilligers uit de buurt, waardoor de kuddes vrijwel dagelijks bezocht worden. Naast het toezicht bestaat het werk van Vince ook uit aantallenregulatie. “Ieder gebied kan maar een aantal dieren aan. Aangezien er ieder jaar volop kalfjes geboren worden, moeten er af en toe dieren verwijderd worden. Ook hier letten we weer op het sociale gedrag van de kudde. De leidkoeien en hun kalveren laten we sowieso staan. Zij kennen het gebied op hun duimpje en weten bijvoorbeeld in de winter altijd dekking en voedsel te vinden. Zwakke dieren en jonge stieren halen we wel weg. De stieren willen immers hun eigen kudde stichten, maar daarvoor zijn de gebieden hier niet groot genoeg. We verplaatsen ze daarom naar andere gebieden.”
Zelfredzaam
Binnen het project Tauros wordt het oerrund vanuit verschillende primitieve Europese rassen terug gefokt. Deze rassen hebben allemaal hun eigen kenmerken en gedragingen. Er zijn soorten bij die uitstekend tegen hitte en droogte kunnen, terwijl andere soorten juist prima tegen koude en nattigheid kunnen. Zo ontstaat er een rund dat zeer zelfredzaam is en ook is opgewassen tegen de grillen van het klimaat. De extremen van afgelopen jaren benadrukken de noodzaak daarvan. Juist op die extreme momenten kan er wat hulp voor de dieren nodig. “We voeren de runderen en pony’s in principe niet bij. Sterker nog, dat heeft grote, zeer onwenselijke gevolgen. De dieren blijven dan op hun voerplek hangen en begrazen de rest van het terrein dus niet meer. Voer je te lang, dan eten ze uiteindelijk alleen nog maar hooi, omdat dat voor hen gemakkelijker is. In een lange periode van droogte groeit er echter te weinig. Ga je daarna meteen de winter in, dan is er te weinig begroeiing om deze periode door te komen. Op dat soort momenten voeren we spaarzaam bij. Overigens is het logisch en volledig natuurlijk dat de dieren in de winter vermageren. In de zomer eten ze zich tonnetjerond, om in de winter reserves te hebben. Dat een rund er soms wat ingevallen uitziet, vormt dus geen enkel probleem en hoort bij het winterseizoen.”
In het centrale ven van de Loozerheide staat gelukkig wat water, maar de vegetatie verraadt dat het ‘normaal’ toch wel enkele decimeters hoger staat. Natuurmonumenten werkt in het Kempen~Broek al jaren tegen de verdroging, door het water beter en langer vast te houden. Grote gebieden als de Loozerheide vervullen hierin een belangrijke rol. Gebieden waar de natuur zelf bepaalt wat er gebeurt, geholpen door de grote grazers.
Tekst en foto's: Bob Luijks