Ga direct naar inhoud
Nieuws

Nieuwe grote grazers helpen de natuur op Tiengemeten

23 september 2025 | Astrid Schoenmaker

Al 18 jaar lopen er Schotse hooglanders op het eiland Tiengemeten in het Haringvliet. Onmisbare grazers. Sinds kort hebben ze er collega’s bij: een kudde konikpaarden. Boswachter Anne Los neemt ons mee in de historie van het eiland en de grote betekenis van grazers voor onze natuur.

Konikpaarden op Tiengemeten

Doe je niks, dan wordt het op Tiengemeten al gauw één groot wilgenbos. Veel soorten zouden dan verdwijnen. “Daarom kozen we voor grote grazers op het eiland, een kudde Schotse hooglanders. Onmisbaar voor ons, zij komen op plekken waar wij niet of moeilijk kunnen komen, zoals het moeras of de ruige delen,” aldus boswachter Anne Los. Zij werkt in de beheereenheid Zuid-Hollandse Eilanden, waar Tiengemeten onder valt.

De runderen lopen hier al zo’n 18 jaar. Over de keuze van juist dit type dieren is Anne helder: “We moeten op ons eiland rekening houden met publiek. Je wilt dus vriendelijke, rustige dieren. Ze moeten ook jaarrond buiten kunnen zijn. Het zijn echt wilde dieren, geen stalvee van een boer.” De kudde Schotse hooglanders loopt vrij over het eiland, alleen in de boomgaarden, akkers en rondom het Bezoekerscentrum kunnen ze niet komen.

Nieuwe natuur in het Haringvliet

Hoe oud het eiland precies is, weet niemand. Maar dat er rond 1600 een zandplaat begon te groeien in het Haringvliet, staat wel vast, vertelt Anne Los. “In het begin was het niet meer dan een zandbank van zo’n vier hectare. De naam verwijst nog altijd naar dat oppervlak: een ‘gemet’ was een oude oppervlaktemaat van 0,4 hectare. Tien gemeten dus – Tiengemeten.”

En wij zouden Nederland niet zijn als er al snel land werd bijgewonnen. Inpolderen. Omdijken. Meer en meer, tot er was wat we nu zien. Een eiland van zo’n 1000 hectare groot. Boeren kwamen er wonen en verbouwden er hun granen, vlas, meekrap, aardappels en bieten. Boswachter Anne: “Totdat er plannen kwamen om het over een andere boeg te gooien. De landbouwopbrengsten liepen al jaren achteruit. En zo werd natuur de nieuwe bestemming.” De provincie kocht het eiland aan, boeren verhuisden en sinds 2006 is het in eigendom van Natuurmonumenten. 

Natuur beheren met grote grazers

Het beheren van zo’n kudde Schotse hooglanders is een voortdurend leerproces. Zo was er in het begin een gemengde kudde van mannen en vrouwen. Daar kwamen natuurlijk kalveren van en dit bleek veel administratie met zich mee te brengen. “In Nederland gelden er strenge regels. Je moet bijvoorbeeld in kaart brengen welk kalf van wie is, om te voorkomen dat er inteelt in de kudde komt, maar ook omdat je moet laten zien waar een dier vandaan komt. Daarom moet je soms DNA-monsters nemen, je moet ze oormerken en daartoe moet je ze dus vangen.”

En dat vángen is een hele uitdaging. Ze laten zich niet gemakkelijk naar een plek leiden. Anne: “In principe proberen we ze sowieso eens per jaar te vangen, voor de gezondheidscontrole en het oormerken. We leggen dan strobalen neer om ze te lokken naar de vangkraal, maar het lukt bijna nooit om ze állemaal te pakken te krijgen.” Aanvullend werken ze nu met drones om eens per maand de dieren te controleren en een van de boswachters loopt wekelijks een ronde.

Nieuwe kudde wilde paarden

Inmiddels is er ruime ervaring met begrazing, er is ook een expertpool binnen Natuurmonumenten om kennis uit te wisselen. Het is echt een vak. Maar de ene grazer is de andere niet. Boswachter Anne over de nieuwe grazers: “Toen we besloten de begrazing aan te vullen met een kudde van 30 tot 40 paarden, hebben we gekozen voor een lease constructie. Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst met FREE Nature. Zij hebben de expertise in huis voor paarden en de paarden zijn ook hun eigendom.” 

Wel vraagt het vanuit de beheerders nog wat aandacht om het publiek aan de konikpaarden te laten wennen. “De paarden zijn niet gevaarlijk, maar het zijn wél wilde dieren met kuddegedrag. De man beschermt zijn harem en kan daarom naar voren stappen, wat bezoekers verkeerd opvatten als ‘hij wil geaaid worden’. Maar ze zijn dus niet om te aaien,” benadrukt Anne. 

“Die paarden zijn een prachtige aanvulling op de koeien, want ze grazen heel anders. Waar de koeien mee beginnen, met een grote pluk afhappen, maken de paarden af. Zij happen kortere plukjes, want ze eten met hun lippen. Ook maaien we aanvullend, op plekken waar we er goed bij kunnen, zoals de dijken.”

Veel variatie

En zo blijft het eiland open en is het al veel gevarieerder dan vóór de omvorming tot natuureiland. Met hun grazen en kuieren helpen de koeien en paarden allerlei planten, vogels en insecten. Niet alleen vanwege het korthouden van de begroeiing, maar ook maken ze open plekken om te liggen, ze woelen in de grond en ze voegen natuurlijke mest toe. 

Daardoor krijg je veel variatie in begroeiing met open, zanderige plekjes waar bijvoorbeeld zeldzame zandhommels van profiteren. En ook bijzondere planten als rode ogentroost, kattendoorn en goudknopje blijven behouden, die anders bij bebossing zouden verdwijnen.

Boswachter Anne is er enthousiast over. “We zijn benieuwd welke resultaten we gaan zien van de nieuwe grazers. Ook gaan we de komende jaren de kudde Schotse hooglanders wat verder aanvullen. Er zitten heel wat bejaarde dames tussen – een koe wordt zo’n 20 tot 30 jaar oud. Er is een netwerk van natuurbeheerders in ons land waarbinnen we dieren van elkaar overnemen. Maar dat is niet goedkoop. Daarom starten we binnenkort een sponsoractie.”

Bezoek Tiengemeten

Voor wie het eiland nog niet kent: grofweg bestaat het uit drie delen met de klinkende namen Weemoed, Wildernis en Weelde. Het oudste deel is Weemoed, de polder waar we de landbouwhistorie van het eiland willen bewaren, met akkers, oude boerderijen en boomgaarden. De Wildernis is het ruigere deel van het eiland en daar tussenin ligt de Weelde, de moeraszone. 

Astrid Schoenmaker

Bioloog en tuinfan