Ga direct naar inhoud

Winterslaap en andere trucs om de winter te overleven

In de winter is het voor dieren lastig om aan voedsel te komen. Daarom gaan sommige dieren in winterslaap. Maar er zijn ook andere manieren om de wintermaanden door te komen.

Hazelmuis in winterslaap

Hazelmuizen gaan 's winters in een diepe winterslaap. Door hun temperatuur flink te verlagen en ademhaling en hartslag omlaag te brengen, besparen ze een hoop energie. In de herfst eet de hazelmuis zich helemaal rond met zaden, vruchten, bessen en natuurlijk hazelnoten. Hij verdubbelt in de herfst zijn gewicht. Daarna bouwt het ‘mini-aapje’ uit Limburg een nest – een geweven bal met een doorsnee van een centimeter of tien – om zo’n zes maanden onder zeil te gaan. Vooraf voldoende eten is essentieel. Wie dat nalaat sterft zeker van de honger.

De hazelmuis is zeker niet het enige dier dat de winter slapend doorbrengt. Ook eikelmuizen, vleermuizen en egels zijn 's winters van de wereld. Sommige dieren zoals dassen en eekhoorns, gaan wel in rust, maar komen regelmatig tevoorschijn om wat te eten.

Egel in winterslaap

Voorraadje aanleggen

De veldmuis houdt, net als de meeste muizen, geen winterslaap. De kou is geen probleem; zijn vacht is dik genoeg en het ondergrondse hol biedt beschutting. Om voedseltekort te voorkomen, legt hij voorraadjes vruchten en zaden aan van enkele honderden grammen. Daartussen maakt hij looppaadjes, net onder de sneeuw, door het gras. Het zijn net tunneltjes. Als de sneeuw gaat smelten, zijn die paadjes heel mooi te zien.

Laagje extra

Een duiker die in het koude water plonst, trekt eerst een wetsuit aan. Zonder dit nauwsluitende isolerende pak zou hij al gauw tot op het bot verkleumen. Een echte duikkampioen is de grijze zeehond. Als in de winter het zeewater kouder en kouder wordt, heeft hij gezorgd voor zijn eigen isolerende duikerpak, een extra dikke speklaag onder zijn vel.

Grijze zeehond winter

Stevige winterjas

Als een vos het warm heeft, hangt hij zijn tong uit zijn bek om af te koelen. Zijn vacht is een altijd warme bontjas, die hij niet even uit kan doen. Het is een jas met een warme voering: onder de dekharen zit een ondervacht van korte wolharen. Talgklieren maken de jas vettig en waterafstotend. Als de winter nadert, wordt zijn jas extra stevig. De dekharen worden langer en gaan rechter overeind staan doordat de ondervacht dichter wordt. Zo lijken vossen, maar ook bunzings, hermelijnen en marters, in de winter een stuk dikker.

Vos

Oppompen met lucht

Het geheim van het vederlichte, maar toch zo warme dekbed is lucht. Lucht isoleert en het overgrote deel van een donzen dekbed is lucht. Het trucje om ons warm te houden met lucht hebben mensen van vogels afgekeken. Het roodborstje demonstreert het elke winter weer. Als het echt koud wordt, gaat het ‘dik’ zitten, zoals dat heet. Het zet zijn veren uit om zo veel mogelijk warme lucht vast te kunnen houden. Ook andere vogels, zoals winterkoninkjes en merels, passen deze truc toe.

Roodborstje

Reisje naar de zon

Het bijzondere aan lepelaars is dat ze snavels hebben in de vorm van twee op elkaar passende lepels. Heel handig om er in een sloot stekelbaarsjes mee te vangen of garnalen in een waddengeul. Maar dat lukt alleen als het water warm genoeg is voor die beestjes. In de winter laten visjes en garnalen zich niet vangen. Gras of iets anders eten is geen alternatief voor lepelaars. Dus vertrekken ze naar warme buitenlanden, samen met tientallen andere vogelsoorten. Een paspoort hebben ze niet nodig. Alleen een paar sterke vleugels.

lepelaars

Natuurlijke antivries

Echte libellen en ook de libellen die juffers genoemd worden, kunnen niet tegen vrieskou. Ze overwinteren als ei of larf, verstopt op een beschutte plek. Er is een uitzondering: de bruine winterjuffer. Als je heel goed zoekt, zou je hem op de hei kunnen vinden. Ook als het vriest. Als een bruin stokje zit hij tegen een plantenstengel aangedrukt. En blijft in leven doordat hij een natuurlijk soort antivries in de aderen heeft.

Bij elkaar kruipen

Paarden zijn echte groepsdieren. Samen voelen ze zich veilig. Zoals de konikpaarden, die ingezet worden voor de begrazing van de ruige natuur in de Maasvallei en Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In de gebieden waar ze oorspronkelijk vandaan komen kan het ook behoorlijk koud zijn. Ze kunnen dus wel tegen een stootje. Goed ingepakt in een dikke wintervacht zoeken ze elkaars warmte. Dat doen niet alleen paarden. Ook Schotse hooglanders houden elkaar warm in de winter.

Help de dieren in je tuin

In de winter moeten vogels veel meer moeite doen om eten te vinden. Dat kost ze veel energie. Aan het eind van de winter is hun vetreserve helemaal op. Daarom is het een goed idee om de vogels rond je huis aan voer te helpen. Zo komen ze in veel betere conditie de winter door en kunnen ze het voorjaar helemaal fit aan een nestje met eieren en jongen beginnen. Ook de andere dieren in je tuin kunnen wel wat hulp gebruiken.

Lees in de tips van boswachter Mathiska  hoe je de dieren in je tuin kunt helpen: