Vlinders fladderen op Buitenplaats De Tempel

Vlinders, vlinders, vlinders

“De kleine vos is een vlinder die je hier gemakkelijk kunt tegenkomen, het is namelijk een van de algemenere soorten in ons land”, vertelt boswachter Natascha Hokke van Natuurmonumenten. Je herkent hem aan zijn roodbruine vleugels met zwarte vlekken en de blauwe maanvlekken langs de achterrand van de vleugels.

Nog zo’n fascinerende soort is de citroenvlinder. De rupsen leven in deze regio op vuilboom. En het bont zandoogje? Die rupsen doen zich tegoed aan verschillende grassoorten. Rupsen van de dagpauwoog zitten samen met rupsen van het landkaartje en de gehakkelde aurelia juist op brandnetels. Brandnetels zijn misschien minder geliefd bij ons mensen, maar onmisbaar voor veel vlinders. Boswachter Natascha: “Zo zie je maar hoe oneindig slim de natuur zich gespecialiseerd heeft!”

Trekvlinder

Ook de atalanta laat zich regelmatig zien op De Tempel. Deze opvallende vlinder is een trekvlinder en legt enorme afstanden af. Boswachter Natascha: “Wist je dat die jaarlijks van Zuid-Europa naar Nederland vliegt om hier voor nakomelingen te zorgen en dood te gaan? De nakomelingen fladderen hier zomers rond, totdat het hun beurt is om naar het zuiden te vertrekken, eitjes te leggen en … daar dood te gaan. Ik vind dat toch zoiets ongelofelijks!”

Oranjetipje

Een van de opvallendste soorten is het oranjetipje. Deze vlinder is dol op pinksterbloem en look-zonder-look, dit zijn de waardplanten waar de rupsen van eten. Als de rupsen groot genoeg zijn, verlaten ze deze planten en zoeken ze een struik zoals sleedoorn om te verpoppen. 

Boswachter Natascha Hokke van Natuurmonumenten legt uit: “Wat De Tempel en ook de dichtbijgelegen de Ackerdijkse Plassen bijzonder maakt, is dat je hier plekken vindt waar pinksterbloemen en look-zonder-look vlak naast struiken groeien. In veel andere delen van het Rotterdams platteland ontbreekt die combinatie. Daar vind je juist uitgestrekte weilanden met sloten en een gebrek aan struiken. Mooi dat ze hier een plek vinden!” Het oranjetipje heeft wel slechts één generatie per jaar. Je ziet ze dus alleen in het vroege voorjaar, vanaf half maart volgend jaar kun je ze hier weer verwachten.

Klein geaderd witje

In dezelfde bloemrijke graslanden zie je ook regelmatig het klein geaderd witje. Hoewel beide soorten van dezelfde planten leven, eten de rupsen van het oranjetipje vooral bloemen en zaden, terwijl de rups van het klein geaderd witje zich op de bladeren richt. Zo leven ze naast elkaar, zonder elkaar echt in de weg te zitten.

Dankzij de vrijwilligers

De Tempel is met bloemrijke boomgaard, struiken, houtwallen en ruigtes een thuis voor vlinders. En dat is mede te danken aan de vrijwilligers van Natuurmonumenten. Zij zorgen ervoor dat er volop bloeiende planten zijn, open plekken, én geschikte plekken voor de rupsen om zich te verstoppen of te verpoppen.

Herstel van Rotterdams erfgoed

Komende jaren werken de boswachters en gemeente aan het herstel van de buitenplaats. Dit kun je zien tijdens je bezoek. 

“Ons eindbeeld is dat De Tempel voor een breed publiek toegankelijk wordt en - net als waar de buitenplaatsen oorspronkelijk voor bedoeld zijn - je even de drukte van de stad kunt ontvluchten”, benadrukt boswachter Natascha.

Wil je meer informatie? Lees hier waar we staan met het herstel van de buitenplaats.

Kom eens langs op Buitenplaats De Tempel!

Je bent natuurlijk van harte welkom om te komen genieten van Buitenplaats De Tempel! De enthousiaste vrijwilligers van Natuurmonumenten staan om de week (tot oktober met goed weer) bij het mobiele informatiepunt. Zij vertellen je graag meer over deze bijzondere historische plek en het omliggende Rotterdams platteland.

Wil je even relaxen na je wandeling of gewoon gezellig bijkletsen met vrienden of familie? Voor een hapje en drankje strijk je wekelijks neer in de theetuin. Elke zondag geopend tussen 11.00 – 16.00 uur. Kijk in de agenda voor actuele data en tijden. 

Of ga zelf op pad en ontdek De Tempel via een van de wandelroutes.