Wat is dit?

Als je deze vogel ziet, heeft hij er al een lange vlucht vanuit Noord-Europa achter de rug. De koperwiek, goed herkenbaar aan zijn roestbruine flanken waaraan de wintergast zijn naam dankt. 

Nederland is voor de koperwiek een goed overwinteringsgebied. De vogel eet vooral bessen van struiken die vanaf de herfst voorradig zijn. Ze zijn er dol op. De vruchten zitten boordevol suiker en leveren dus snel energie. Belangrijk voor trekvogels zoals de koperwiek en de kramsvogel, een andere lijsterachtige die hier 's winters veelvuldig neerstrijkt. 

Maar soms pakt die bessenliefde niet goed uit. Niet alle bessen vallen evenzeer in de smaak bij de vogels. Die van de kardinaalsmuts zijn geliefd, maar bijvoorbeeld de vrij zure duindoornbessen blijven meestal een poos hangen. Tegen de tijd dat de vogels aan de duindoornbessen toe zijn, zijn deze al licht gaan gisten en bevatten dus alcohol. Tja, en ook vogels kunnen daar aangeschoten van raken.

Wie koperwieken en kramvogels wil zien, heeft een goede kans in de duinen. En als je meer wintergasten wilt zien, bekijk dan onze vogelroutes eens, met onderweg diverse vogelkijkpunten.