Natuurmonumenten strijdt tegen gevolgen stikstof in de Vechtplassen
In de Vechtplassen zijn grote machines aan het werk. Deze verwijderen bomen, schrapen de voedselrijke bovenlaag weg en op sommige plekken worden oude petgaten, oftewel: dichtgegroeide sloten, open gegraven. ‘Waarom zoveel werk steken in een gebied wat toch al ‘een prachtig stuk natuur’ is?’ stelde pas iemand de vraag. “Een hele legitieme vraag. Maar er is ook een legitieme reden”, vertelt boswachter Tamara Overbeek.
Voedselarm dieet
Door een teveel aan stikstof in ons ecosysteem, komen er teveel voedingsstoffen in de natuur terecht. Je zou kunnen zeggen dat de natuur teveel bij McDonalds gegeten heeft. En dat is op de lange termijn niet goed voor je. Algemene soorten zoals brandnetels en braamstruiken doen het hier heel goed op, maar juist de zeldzame planten zoals orchideeën, ratelaar en blauwe knoop worden hierdoor verdrukt. Zij hebben liever een voedselarm dieet. Hierdoor verdwijnen deze zeldzame soorten en wordt de natuur heel eentonig met een lage biodiversiteit.
Subsidie van de provincie NH
Natuurmonumenten heeft daarom subsidie gekregen van de provincie Noord Holland om de gevolgen van dit teveel aan stikstof tegen te gaan. Dit willen we meteen goed aanpakken zodat de natuur hier ook op lange termijn baat bij heeft. Grote machines gaan daarom in de Ankeveense-, Kortenhoefse Plassen, het Hol en het Weerslootgebied aan het werk.
Teveel stikstof
Het doel is onder andere om de verlanding weer op gang te brengen. Bij verlanding raakt open water steeds meer begroeid met waterplanten (trilveen), waardoor het langzaam dichtgroeit. De bodem wordt vervolgens steeds dikker, raakt begroeid met planten, dan struiken en uiteindelijk met bomen. Tenslotte staat er een bos. Dit proces duurt normaal heel lang. Maar door de neerslag van grote hoeveelheden stikstof gaat dit proces veel sneller, waardoor de zeldzame planten snel verdwijnen. Als Natuurmonumenten niet ingrijpt, bestaan de hele Vechtplassen over vijftig jaar uit bos. Dit willen we niet, want juist de verschillende fases in de verlanding zorgen elk voor een geschikt leefgebied voor specifieke zeldzame planten en dieren. En dat is weer goed voor de biodiversiteit.