Ga direct naar inhoud
Nieuws

Concept-Fries Programma Landelijk Gebied

23 mei 2023 | Liesbeth Meijer

Het FPLG (Fries Programma Landelijk Gebied) is de Friese invulling van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en bevat voorstellen hoe Fryslan op het gebied van natuur, stikstof, klimaat en water invulling geeft aan landelijke doelen. Het programma bevat een gefaseerde aanpak, waarbij de focus ligt op de komende 2 jaar, met een doorkijk tot en met 2035. Bij de totstandkoming van het plan is samengewerkt met Friese natuur- en landschapsorganisaties.


Provincies moeten uiterlijk 1 juli 2023 een eerste toetsbare versie van hun gebiedsprogramma opleveren. Daarin moet staan hoe een aantal hoofdkeuzes voor het landelijk gebied, bijvoorbeeld de doelen voor natuur en stikstof, water, klimaat en bodem, ingevuld gaan worden op de korte en lange termijn. Keuzes die soms moeilijk zijn, maar die nodig zijn voor een rijke natuur en biodiversiteit en een toekomstbestendig landelijk gebied.

landelijk gebied met koeien

Natuurmonumenten ziet dat er hard gewerkt is om deze belangrijke eerste stap te zetten. We zijn van mening dat het investeringsprogramma van 4,5 miljard euro realistisch en nodig is, maar hebben tegelijkertijd ook flinke zorgen. De Provincie heeft op eigen Friese wijze een uitwerking gemaakt en volgt daarmee niet de handreiking die het Rijk heeft meegegeven waarin de minimale vereisten staan vermeld.

Ons tweede belangrijkste kritiekpunt op het FPLG is: het moet concreter en de uitvoering moet snel beginnen. Ook worden in het programma een aantal keuzes vooruit geschoven naar 2025, terwijl de staat van de natuur nu al actie verlangt. De vergunningverlening rond stikstofuitstoot is al vier jaar geleden vastgelopen en andere knelpunten die al lang bekend zijn, maar nog niet zijn opgelost, dreigen voor vergelijkbare problemen te gaan zorgen. Een voorbeeld hiervan is de waterkwaliteit. In plaats van het nog langer vast zien lopen van vergunningverlening willen we snel beginnen met de oplossingen.



Het vooruitschuiven van een aantal keuzes op het gebied van onder meer stikstof en klimaat vinden we niet wenselijk en geeft onzekerheden ook voor de Friese landbouw. Bijvoorbeeld als het gaat om keuzes voor een duurzame landbouw. En om water en bodem daadwerkelijk sturend te laten zijn in de ruimtelijke inrichting; dat is niet alleen nodig om Fryslan klimaatbestendig te maken, maar ook voor welk type landbouw je waar wil. Met Natuerlik Fryslan 2050 hebben we daar als Friese natuurorganisaties al een voorzet voor gedaan.

bloeiende wei bij Edens

Juist met de opgaven die op Fryslân afkomen, vinden we het belangrijk dat Provincie en Wetterskip Fryslân brongerichte maatregelen en systeemherstel niet uit de weg gaan, want daar liggen de toekomstbestendige oplossingen voor het realiseren van gezonde natuur. De verwachting is immers dat uit de Natuurdoelanalyses voor de stikstofgevoelige natuurgebieden van Fryslân nog meer knelpunten naar voren komen. Dit betekent harder lopen dan nu opgeschreven is; anders vrezen we dat de hoge ambities niet worden nagekomen en het noodzakelijke herstel van de Friese natuur niet wordt gerealiseerd.



Dat bereik je namelijk ook niet met extra beheer binnen N2000 gebieden zoals de provincie nu stelt. Daarin zijn de grenzen wel bereikt. We roepen de provincie op om de aandacht juist op maatregelen buiten natuurgebieden te richten, zoals het inrichten van overgangsgebieden, het afmaken van het Natuurnetwerk en biodiversiteitsherstel in landbouwgebieden. Ook vragen we om een bredere kijk dan alleen natuur en landbouw. Het investeringsprogramma heeft enorm veel impact op het landelijk gebied. Zaken als brede welvaart, leefbaarheid, recreatie en toerisme komen in het huidige programma onvoldoende aan bod. Die zijn wel nodig om zoals de provincie zelf stelt: een aantrekkelijke provincie te zijn en te blijven, zoals dat in de ogen van het publiek in 2010 het geval was.



We zitten in deze periode regelmatig met de provincie om tafel om de tafel om te kijken of we het FPLG vóór 1 juli nog concreter en beter kunnen maken.



J. Bakker, provinciaal ambassadeur Natuurmonumenten

Liesbeth Meijer